Tot voor kort moest een ondergeschikte naar de letter uitvoeren wat zijn meerdere opdroeg. De leerjongen kopieerde de leermeester en in meer complexe omgevingen gold er een soms weliswaar paternalistische, maar toch, militaire discipline. Het is pas de laatste decennia en dit mede door de toenemende complexiteit van het industrieel-economische landschap dat er meer en meer ruimte komt voor individuele ontplooiing op de werkvloer. Voor de werkgever betekent deze evolutie vooral een pak kopzorgen meer want zelf-bewuste mensen in goede banen leiden, is heel wat minder evident dan eenvoudige loonarbeiders.
De meeste werknemers vandaag hebben immers een behoorlijk tot hoog studieniveau en komen uit andere generaties dan de brave kerkgangers van weleer. Ze hebben een eigen mening, durven ideeën te opperen en zijn lang niet meer ‘honkvast’ wat betreft werkgever. Het ‘beheren en aansturen’ van mensen kreeg hierdoor plots een extra dimensie, eentje met een honderdvoudige complexiteit en deze mensen zijn vooralsnog niet te vervangen door machines. Waar voorheen enkel een onderscheid gemaakt werd tussen mensen die hard werkten en mensen die minder hard werkten (deze laatste groep werd dan met ‘raap en stok’ bewerkt, want ‘intrinsieke motivatie’ moest als het ware nog uitgevonden worden), zijn er nu plots werknemers met initiatief, met onvermoed inzicht, met verantwoordelijkheidsbesef, met loyauteit, met ambitie, … maar even goed doken er betweters, profiteurs, koppigaards, gokkers, jobhoppers en mooipraters op.
Mensen die met meer ‘vrijheidsgraden’ mogen werken, kunnen afhankelijk van de omstandigheden immers in alle richtingen evolueren. Human Resource Management werd een noodzaak om de toenemende chaos die de vrijheidsgraden meebracht, in te dijken. Er moesten methodieken en systemen ontwikkeld worden om het overzicht te bewaren.
Lees meer over
intrinsieke motivatie Historisch